ZWOLLE – Veel minderheden in Syrië leven in onzekerheid sinds de val van het Assad-regime begin december. Zo ook christenen. De leiders van de rebellengroep Hay’at Tahrir al-Sham (HTS) grepen al gauw de macht nadat Assad het land uit vluchtte. Deze groep vindt haar oorsprong in terroristische organisaties als de Islamitische Staat (IS) en Al-Nusra.
“De officiële reactie van Syrische christenen is dat ze hopen in vrijheid te kunnen geloven, maar aan de andere kant heerst er ook angst, aangezien ze weten waar HTS uit voortkomt”, vertelt Dennis Peters, hoofd communicatie bij Kerk in Nood. “IS en Al-Nusra zijn natuurlijk wel organisaties die erom bekend staan christenen te vervolgen en martelen”, voegt hij toe. Volgens Peters zijn dit voornamelijk verhalen die je op de achtergrond hoort. Volgens hem is er wel de hoop dat het goed gaat, maar is er aan de andere kant wel angst dat het niet zo zal zijn.
Christelijke leiders hebben onlangs een ontmoeting gehad met de nieuwe leider van Syrië, Ahmad al-Sharaa. Deze ontmoeting heeft echter niet gezorgd voor meer zekerheid, dus blijven de zorgen. Volgens Peters zijn dit terechte zorgen. “HTS heeft nu een eigen programma opgezet waarin de islam leidend wordt gesteld in het onderwijscurriculum”, zegt Peters. Volgens hem is dit voor niet-islamitische minderheden wel een zorgelijke ontwikkeling.
Syrische kerkleiders zijn erg terughoudend in het doen van uitspraken rond deze ontwikkelingen. Dit komt voort uit angst voor hun veiligheid en die van hun leden. “Ik heb onlangs een bericht ontvangen over een Syrische bisschop die een tijd in Idlib gezeten heeft. Ze zoeken de dialoog en hebben nog de vrijheid de mis te vieren, maar meer kan hij publiekelijk niet zeggen”, vertelt Peters. Idlib is het gebied waar IS en Al-Nusra al jaren de baas zijn. Ook vertelt Peters dat er nog maar tien procent van de christenen in het gebied woont. De andere negentig procent is weggetrokken uit het gebied.
Volgens Peters is het lastig in te schatten of christenen en andere niet-islamitische minderheden vervolgd zullen worden in de toekomst. Wel vertelt hij dat er al wel incidenten zijn. “In een van de plaatsen is bijvoorbeeld een kerstboom in brand gestoken door iemand van HTS”, stelt hij. Kerkelijke leiders hebben daarbij alleen nog maar gezegd dat het slechts incidenten zijn. Wel is het de vraag wanneer het structureel wordt en het niet bij slechts een kerstboom blijft. “Er zijn ook al gevallen geweest van agressie tegen christenen. De vraag is echter wanneer er nou sprake is van vervolging”, benadrukt Peters.
De komende periode is voor christenen en andere niet-islamitische minderheden nog erg onzeker. Al-Sharaa heeft zichzelf wel wat meer gematigd gepresenteerd, vertelt Peters. Hij hoopt dan ook dat al-Sharaa dat in de praktijk ook laat zien. “De vraag is dus eigenlijk of ze zullen optreden tegen discriminatie richting deze minderheden”, zegt hij. “Wij steunen ook veel projecten daar. Ook om mensen te helpen die bijvoorbeeld hun huis zijn kwijtgeraakt en geen baan meer hebben. Ze wachten op hulp van buitenaf. We blijven dus naast hen staan”, wil Peters nog kwijt. Hij benadrukt daarmee hoe essentieel internationale steun en solidariteit zijn om christenen, andere minderheden en slachtoffers van het conflict in Syrië te ondersteunen in deze moeilijke en onzekere tijden.
